Vertalingen voorrijden NL>FR
voorrijden (ww.) | arriver devant la porte (ww.) ; conduire la marche (ww.) |
het voorrijden | fait d'avancer (m) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `voorrijden`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: voor de deur rijdenNL: vooraan rijdenNL: vooroprijden