Vertalingen verzinnen NL>FR
[vər'zɪnə(n)] [vvt: heeft verzonnen]1 ( bedenken) door goed te denken vinden - inventer
[ɛ~vɑ~te]
`Ik moet nog een cadeautje verzinnen.`
Je dois encore trouver un cadeau.
`een list verzinnen`
inventer une ruse
Dat verhaal is compleet verzonnen.
(= Dat verhaal klopt helemaal niet.) - Cette histoire est inventée de toutes pièces.
Hoe verzin je het!
(= <dat zeg je als iemand iets raars doet of zegt>) - C'est encore une de tes histoires impossibles!
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
verzinnen (ww.) | concevoir un plan (ww.) ; fabuler (ww.) ; imaginer (ww.) ; planifier (ww.) ; préparer (ww.) ; projeter (ww.) ; tramer (ww.) |
verzinnen | inventer |
Bronnen: interglot; ICT-Woordenboek
Voorbeeldzinnen met `verzinnen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: bedenkenNL: beramenNL: bereidenNL: brouwenNL: fantaserenNL: fingerenNL: liegenNL: plan beramenNL: prakkiserenNL: uitdenken