Vertalingen vervroegen NL>FR
vervroegen (ww.) | anticiper (ww.) ; avancer (ww.) ; décaler l'heure du début de (ww.) ; placer devant (ww.) ; s'avancer (ww.) |
vervroegen | forcer ; hâter |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `vervroegen`

Voorbeeldzinnen laden....
Uitdrukkingen en gezegdes
NL: dagtekening
vervroegen
FR: antidater