Vertaal
Vertalingen verlevendigen NL>FR
verlevendigen (ww.) animer (ww.) ; aviver (ww.) ; rafraîchir (ww.) ; ranimer (ww.) ; raviver (ww.) ; renouveler (ww.) ; se rafraîchir (ww.) ; vitaliser (ww.) ; vivifier (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `verlevendigen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: activeren
NL: opfrissen
NL: opleven
NL: opwekken
NL: reanimeren
NL: tot leven wekken
NL: verfrissen
NL: verkoelen
NL: verkwikken