Vertaal
Vertalingen vakantieganger NL>FR
de vakantieganger (m) touriste (m) ; vacancier (m)
vakantiegangerle voyageur
Bronnen: interglot; ICT-Woordenboek


Voorbeeldzinnen met `vakantieganger`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: recreant
NL: reiziger
NL: toerist
NL: vakantievier