Vertalingen uitzakken NL>FR
uitzakken (ww.) | avachir (ww.) ; faire ventre (ww.) ; prendre du ventre (ww.) ; s'affaisser (ww.) ; se déformer (ww.) |
uitzakken | affaissement ; plombage ; tamisage |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `uitzakken`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: gaan hangenNL: uitbuiken