Vertalingen uitstralen NL>FR
uitstralen (ww.) | diffuser (ww.) ; émaner (ww.) ; émettre (ww.) ; radiodiffuser (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `uitstralen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: afstralenNL: rondstralenNL: uitzendenNL: zenden