Vertaal
Naar andere talen: • uitspelen > DEuitspelen > ENuitspelen > ES
Vertalingen uitspelen NL>FR
uitspelen (ww.) déjouer (ww.) ; finir (ww.) ; finir de jouer (ww.) ; terminer (ww.) ; terminer de jouer (ww.)
Bron: interglot

Voorbeeldzinnen met `uitspelen`
Voorbeeldzinnen laden....