Vertalingen uitschenken NL>FR
uitschenken (ww.) | boire (ww.) ; débarrasser (ww.) ; décharger (ww.) ; déverser (ww.) ; évacuer (ww.) ; se vider (ww.) ; verser (ww.) ; vider (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `uitschenken`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: schenken