Vertaal
Naar andere talen: • uitrijzen > DEuitrijzen > ENuitrijzen > ES
Vertalingen uitrijzen NL>FR
uitrijzen (ww.) dépasser (ww.) ; dominer (ww.) ; l'emporter sur (ww.) ; s'envoler (ww.) ; surpasser (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `uitrijzen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: uittorenen