Vertalingen trimmen NL>FR
trimmen
werkw.
| Uitspraak: | [ˈtrɪmə(n)] |
| Verbuigingen: | trimde (verl.tijd ) heeft getrimd (volt.deelw.) |
1) trainen om fit te blijven -
faire de l'exercice | Ik trim elke ochtend een half uurtje in het park. - Tous les matins je fais une demi-heure d'exercice dans le parc. |
2) (dieren) knippen van de vacht -
toiletter | Onze hond wordt een keer per jaar getrimd. - Nous faisons toiletter notre chien une fois par an. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| trimmen (ww.) | couper (ww.) ; découper (ww.) ; tailler (ww.) |
| het trimmen | équilibrage ; la stabilisation |
| trimmen | ajustage d'appoint ; amonceler en équilibre ; compenser ; couper à finition ; détourage ; équilibrer ; réglage de l'assiette ; s'équilibrer |
Bronnen: interglot; Diving dictionary; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `trimmen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: besnoeienNL: bijknippenNL: knippenNL: oefenenNL: snoeien