Vertalingen strook NL>FR
strook
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [strok] |
Verbuigingen: | stroken (meerv.) |
smal langwerpig stuk (van iets) -
bande (la ~) een telefoonnummer noteren op een strookje papier - noter un numéro de téléphone sur une petite bande de papier |
fietsstrook (=gemarkeerde strook op de weg voor fietsers) - bande cyclable
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de strook (m) | volant (znw.) ; scirpe (m) ; ruban (m) ; liséré (m) ; jonc (m) ; galon (m) ; froufrou (m) ; filet (m) ; banderole (v) ; bande (v) |
de strook | le bordereau |
strook | voie de circulation ; bande ; voie ; talon ; planche ; panneau ; montage sur platine ; galant ; feuillard ; date authentique ; brame ; bande multipiste ; bande de tôle |
Bronnen: interglot; ICT-Woordenboek; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `strook`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: baanNL: banderolNL: biesNL: reepNL: volant