Vertalingen staf NL>FR
[stɑf] [mv: staven]1 groep van leidinggevenden - staff (le ~(m))
état-major (le ~(m))
`de staf van een instituut`
le staff d'un institut
2 stok van bepaalde machtige mensen als symbool van hun functie - bâton (le ~(m))
`de staf van een bisschop`
la crosse d'un évêque
`de staf van Sinterklaas`
la crosse de Saint-Nicolas
`toverstaf`
baguette magique
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de staf (m) | baguette (v) ; tringle (v) ; rayon (m) ; rai (m) ; personnel (znw.) ; main-d'oeuvre (v) ; lingot (m) ; cadres (m) ; cadre (m) ; barreau (m) ; barre (v) |
staf (c) | canne (v) ; bâton (m) |
staf | barre ; poussoir ; personnel de gestion ; personnel d’encadrement ; gage ; état-major ; bâton-pilote ; barreau |
Bronnen: Wikipedia; interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `staf`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: batonNL: directieNL: kaderNL: leidinggevend personeelNL: personeelNL: staafNL: stangNL: stok