Vertalingen slapheid NL>FR
de slapheid (v) | apathie (v) ; caractère terne (m) ; époque de crise (v) ; faiblesse (v) ; lourdeur (v) ; malaise (m) ; manque d'énergie (v) ; mollesse (v) ; paresse (v) |
slapheid | élasticité |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `slapheid`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: futloosheidNL: krachteloosheidNL: laksheidNL: loomheidNL: malaiNL: malaiseNL: matheidNL: slapteNL: sulligheidNL: weekheid