Vertaal
Naar andere talen: • raspen > DEraspen > ENraspen > ES
Vertalingen raspen NL>FR
raspen (ww.) craquer (ww.) ; crisser (ww.) ; croasser (ww.) ; frotter (ww.) ; grincer (ww.) ; irriter (ww.) ; piquer (ww.) ; polir (ww.) ; raboter (ww.) ; racler (ww.) ; râper (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `raspen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: fijnwrijven
NL: krassen
NL: schaven
NL: schuren
NL: vijlen