1. MWB
  2. Vertalen
  3. pupil (NL>FR)
Vertaal
Naar andere talen: • pupil > DE • pupil > EN • pupil > ES
Vertalingen pupil NL>FR

pupil

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [pyˈpɪl]
Verbuigingen:  -len (meerv.)

1) jonge sportbeoefenaar - benjamin/-ine (le/la ~)
pupillencompetitie - compétition des benjamins

2) zwarte cirkel in het midden van je oog - prunelle (la ~), pupille (la ~)
vergrote pupillen hebben - avoir les pupilles dilatées

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
de pupil apprenti (znw.) ; apprentie (v) ; collégien (m) ; écolier (m) ; écolière (v) ; élève (m) ; garçon (m) ; jeune élève (m) ; lycéen (m) ; pupille (v)
pupil pupille
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `pupil`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: beschermeling
NL: jeugdlid
NL: jonge leerling
NL: jongmaat
NL: leerknecht
NL: maatje
NL: oogpupil
NL: pleegkind