Vertalingen prof NL>FR
[prɔf]1 -s ( professional) iemand die als beroep een sport beoefent - pro (le ~(m) en la ~(v))
2 s-, -fenprofessor - prof (le ~(m) en la ~(v)) de fac
`Het congres is alleen toegankelijk voor proffen en universitair docenten.`
Le congrès est ouvert uniquement aux profs de fac et aux maîtres de conf.
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| prof (m) | professeur (m) ; professeure (v) |
| de prof (m) | pro (m) |
Bronnen: f; interglot
Voorbeeldzinnen met `prof`
Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: beroepsNL: hoogleraarNL: professionalNL: professor
