Vertaal
Naar andere talen: • overdonderen > DEoverdonderen > ENoverdonderen > ES
Vertalingen overdonderen NL>FR
overdonderen (ww.) accabler (ww.) ; bluffer (ww.) ; ébahir (ww.) ; envahir (ww.) ; épater (ww.) ; estomaquer (ww.) ; impressioner (ww.) ; interloquer (ww.) ; stupéfier (ww.) ; surcharger (ww.) ; terrasser (ww.)
het overdonderen fait d'époustoufler (m)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `overdonderen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: overbluffen
NL: platwalsen
NL: verbluffen