Vertalingen opslurpen NL>FR
opslurpen (ww.) | absorber (ww.) ; aspirer (ww.) ; assimiler (ww.) ; finir en faisant du bruit (ww.) ; incorporer (ww.) ; ingurgiter (ww.) ; prendre (ww.) ; s'imprégner (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `opslurpen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: absorberenNL: opnemenNL: opslorpenNL: resorberenNL: slurpen