Vertaal
Vertalingen oppervlakkigheid NL>FR
de oppervlakkigheid (v) imprudence (v) ; témérité (v) ; récif (m) ; ostentation (v) ; manque de profondeur (m) ; légèreté (v) ; jovialité (v) ; joie (v) ; inexactitude (v) ; humeur joyeuse (v) ; gaieté (v) ; frivolité (v) ; entrain (m) ; enjouement (m) ; écueil (m) ; caractère superficiel (m) ; brièveté (v)
oppervlakkigheid superficialité
Bronnen: interglot; Trueterm


Voorbeeldzinnen met `oppervlakkigheid`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: frivoliteit
NL: hupsheid
NL: lichtzinnigheid
NL: luchtigheid
NL: ondiepte