Vertalingen onvermogen NL>FR
het onvermogen
zelfst.naamw.
| Uitspraak: | [ˈɔnvərmoxə(n)] |
het niet-kunnen -
impuissance (la ~) | het onvermogen van de voorzitter om de discussie ordelijk te laten verlopen - l'impuissance du président à canaliser le débat |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| het onvermogen | carence (v) ; faiblesse (v) ; impuissance (v) ; incapacité (v) ; insolvabilité (v) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `onvermogen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: insolventieNL: machteloosheidNL: onmachtUitdrukkingen en gezegdes
NL: onvermogen om te betalen
FR: insolvabilité (la)NL: bewijs van
onvermogen
FR: certificat (le) d'indigence