Vertaal
Vertalingen onverbrekelijk NL>FR
onverbrekelijk incassable ; indissociable ; indissoluble ; inextricable ; inséparable
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `onverbrekelijk`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: hecht
NL: onlosmakelijk
NL: onontwarbaar