Vertalingen ontzien NL>FR
ontzien
werkw.
| Uitspraak: | [ɔntˈsin] |
| Verbuigingen: | ontzag (verl.tijd ) heeft ~ (volt.deelw.) |
(iemand) behoeden voor onprettige ervaringen -
ménager | Als het gips eraf gaat moet je je arm nog een beetje ontzien, maar je mag hem al wel weer gebruiken. - Quand le plâtre sera enlevé il faudra encore ménager un peu ton bras, mais tu pourras déjà l'utiliser. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| ontzien (ww.) | épargner (ww.) ; estimer (ww.) ; respecter (ww.) |
| het ontzien | considération (v) ; déférance (v) ; égard (m) ; estimation (v) ; estime (v) ; ménagement (m) ; observation (v) ; révérence (v) ; vénération (v) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `ontzien`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: eerbiedigingNL: in acht nemenNL: niet aantastenNL: sparenNL: verschonenUitdrukkingen en gezegdes
NL: geen kosten
ontzien
FR: ne pas regarder à la dépense