Vertalingen ontploffen NL>FR
ontploffen
werkw.
Uitspraak: | [ɔntˈplɔfə(n)] |
Verbuigingen: | ontplofte (verl.tijd ) is ontploft (volt.deelw.) |
met een knal uit elkaar spatten -
exploser , éclater grote brand door ontplofte gasfles - grand incendie par l'explosion d'une bouteille de gaz |
ontploffen van woede (=plotseling heel boos worden) - laisser exploser sa colère
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
ontploffen (ww.) | crevasser (ww.) ; crever (ww.) ; éclater (ww.) ; éclater en morceaux (ww.) ; exploder (ww.) ; exploser (ww.) ; faire explosion (ww.) ; fendre (ww.) ; péter (ww.) ; se fêler (ww.) ; se fendre (ww.) ; se fissurer (ww.) ; se gercer (ww.) |
ontploffen | exploser ; faire exploser ; sauter |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `ontploffen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: exploderenNL: klappenNL: ploffenNL: springen