Vertalingen ontlokken NL>FR
ontlokken
werkw.
Uitspraak: | [ɔntˈlɔkə(n)] |
Verbuigingen: | ontlokte (verl.tijd ) heeft ontlokt (volt.deelw.) |
laten zeggen of doen wat niet de bedoeling was -
arracher iemand een glimlach ontlokken - arracher à quelqu'un un sourire De interviewer ontlokte de nieuwe trainer de namen van alle basisspelers. - L'intervieweur a arraché les noms de tous les titulaires au nouvel entraîneur. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
ontlokken (ww.) | arracher (ww.) ; provoquer (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `ontlokken`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: lokken