Vertaal
Vertalingen onfatsoenlijk NL>FR
onfatsoenlijk coupable ; de façon inconvenable ; déplacé ; grossier ; inconvenable ; inconvenablement ; inconvenant ; incorrect ; indécemment ; indécent ; inouï ; malséant
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `onfatsoenlijk`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: buitensporig
NL: onbehoorlijk
NL: onbetamelijk
NL: ongehoord
NL: ongepast
NL: onpassend
NL: onvertogen
NL: onwelgevoegelijk
NL: onwelvoegelijk