Vertalingen nullificeren NL>FR
nullificeren (ww.) | annihiler (ww.) ; annuler (ww.) ; déboutonner (ww.) ; décrocher (ww.) ; dénouer (ww.) ; fermer (ww.) ; lever (ww.) ; liquider (ww.) ; supprimer (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `nullificeren`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: ondervangenNL: opheffenNL: terugdraaienNL: verijdelenNL: vernietigen