Vertalingen nieuweling NL>FR
de nieuweling
zelfst.naamw. (m.)
| Uitspraak: | [ˈniwəlɪŋ] |
| Verbuigingen: | -en (meerv.) |
iemand die nog kort ergens bij hoort -
nouveau/nouvelle (le/la ~) © K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| de nieuweling (m) | béotien (m) ; blanc-bec (m) ; bleu (znw.) ; débutant ; nouveau (znw.) ; novice (m) |
| de nieuweling | la nouveauté |
Bronnen: Wikipedia; interglot; ICT-Woordenboek
Voorbeeldzinnen met `nieuweling`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: beginnelingNL: nieuwkomer