Vertaal
Naar andere talen: • monteren > DEmonteren > ENmonteren > ES
Vertalingen monteren NL>FR

monteren

werkw.
Uitspraak:  [mɔnˈterə(n)]
Verbuigingen:  monteerde (verl.tijd ) heeft gemonteerd (volt.deelw.)

wat bij elkaar hoort aan elkaar vastmaken - monter , assembler
tien procent korting als u het schuurtje zelf monteert - une réduction de dix pour cent si vous montez la cabane vous-même
uitdrukking een film monteren

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
monteren (ww.) assembler (ww.) ; monter (ww.)
het monterenle assemblage
monteren assembler ; monter ; travaux de montage
Bronnen: interglot; ICT-Woordenboek; A.M.T.S.; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `monteren`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: aanbrengen
NL: assembleren
NL: montage