Vertalingen liefhebben NL>FR
liefhebben
werkw.
Uitspraak: | [ˈlifhɛbə(n)] |
Verbuigingen: | had lief (verl.tijd ) heeft liefgehad (volt.deelw.) |
houden van (iemand) -
aimer Ik heb hem jaren liefgehad, maar nu is het voorbij. - Je l'ai aimé pendant des années, mais c'est fini maintenant. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
liefhebben (ww.) | adorer (ww.) ; affectionner (ww.) ; aimer (ww.) ; chérir (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `liefhebben`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: beminnenNL: geven omNL: houden van