Vertalingen krabbelen NL>FR
krabbelen
werkw.
Uitspraak: | [ˈkrɑbələ(n)] |
Verbuigingen: | krabbelde (verl.tijd ) heeft gekrabbeld (volt.deelw.) |
1) met je nagels krassen op je lichaam -
se gratter Ik heb zo'n jeuk, ik moet steeds krabbelen. - J'ai de fortes démangeaisons, je dois me gratter tout le temps. |
2) slordig opschrijven -
griffonner een telefoonnummer op je hand krabbelen - griffonner un numéro de téléphone sur sa main |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
krabbelen (ww.) | dessiner (ww.) ; griffonner (ww.) ; patiner maladroitement (ww.) ; tracer (ww.) |
het krabbelen | gribouillis (m) ; griffonnage (m) ; griffure (v) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `krabbelen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: gekrabbelNL: klauterenNL: krabbenNL: met de nagels krabbelenNL: scharrelenNL: schrappenUitdrukkingen en gezegdes
NL: er weer bovenop
krabbelen
FR: se remettre