Vertalingen kort maken NL>FR
kort maken (ww.) | couper (ww.) ; découper (ww.) ; donner un coup de ciseaux (ww.) ; raccourcir (ww.) ; tailler (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `kort maken`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: kort knippenNL: korte tijd blijvenNL: korten