Vertalingen klauwen NL>FR
klauwen (ww.) | attraper (ww.) ; entendre (ww.) ; pincer (ww.) ; prendre (ww.) ; prendre au piège (ww.) ; s'emparer de (ww.) ; saisir (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `klauwen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: grijpenNL: handenNL: pakkenNL: vangenNL: vattenNL: verstrikken