Vertalingen JOU NL>FR
jou
pronoun
<je zegt dit woord als degene tegen wie je praat het meewerkend voorwerp of lijdend voorwerp van de zin is>
-
te , toi Dit boek geef ik aan jou, het andere aan hem. - Ce livre, je te le donne à toi, l'autre à lui. / Ce livre est pour toi, l'autre pour lui. Ik heb jou gisteren nog gebeld. - Je t'ai encore appelé hier. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
jou | te ; tu |
JOU (Afkorting) | Unité Opérations conjointes |
jou | vous |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; ICT-Woordenboek
Voorbeeldzinnen met `JOU`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: je