inzage

zelfst.naamw.

Uitspraak:	[ˈɪnzaxə]
Verbuigingen:	-n, -s (meerv.)

keer dat je (een tekst) mag bekijken of lezen - consultation (la ~)

Het bouwplan is ter inzage op het stadhuis. - Le plan d'urbanisme peut être consulté à la mairie. inzage krijgen in vertrouwelijke stukken - pouvoir consulter des documents confidentiels

© K Dictionaries Ltd.

de inzage

communication (v) ; inspection (v)

Bron: interglot




NL: inzage geven van FR: communiquer
NL: inzage nemen van iets FR: prendre connaissance de
NL: ter inzage zenden FR: envoyer en communication
NL: adresboek ter inzage FR: ici on consulte le Bottin