Vertaal
Naar andere talen: • inwonen > DEinwonen > ENinwonen > ES
Vertalingen inwonen NL>FR
inwonen (ww.) habiter chez (ww.) ; loger (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `inwonen`
Voorbeeldzinnen laden....


Uitdrukkingen en gezegdes
NL: inwonenend geneesheer FR: interne (le)