Vertalingen inwerken NL>FR
inwerken (ww.) | agir sur (ww.) ; avoir de l'influence sur (ww.) ; familiariser (ww.) ; initier (ww.) ; mettre au courant (ww.) |
het inwerken | influer sur (m) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `inwerken`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: preparerenNL: voorbereiden op