Vertalingen instructeur NL>FR
de instructeur
zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak: | [ɪnstrʏkˈtør] |
Verbuigingen: | -s (meerv.) |
de instructrice
zelfst.naamw. (v.)
Uitspraak: | [ɪnstrʏkˈtrisə] |
Verbuigingen: | -s (meerv.) |
iemand die les geeft in een bepaalde vaardigheid -
moniteur/-trice (le/la ~), instructeur/-trice (le/la ~) een instructeur in hondenopvoeding - un moniteur en éducation canine rij-instructeur - moniteur d'autoécole |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de instructeur (m) | éducateur (znw.) ; éducatrice (v) ; enseignant (znw.) ; enseignante (v) ; formateur (znw.) ; instructeur (m) ; maître (m) ; maître d'école (m) ; maîtresse (v) ; mentor (m) ; moniteur (m) ; professeur (v) ; professeur de faculté (v) ; tuteur (m) ; tutrice (v) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `instructeur`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: docentNL: leermeesterNL: leraarNL: oefenmeesterNL: opleiNL: opleider