Vertalingen identificeren NL>FR
I identificeren
werkw.
Uitspraak: | [idɛntifiˈserə(n)] |
Verbuigingen: | identificeerde (verl.tijd ) heeft geïdentificeerd (volt.deelw.) |
vaststellen wie iemand is -
identifier Het lijk is nog niet geïdentificeerd. - Le corps n'est pas encore identifié. |
II zich identificeren
reflexief werkw.
Uitspraak: | [idɛntifiˈserə(n)] |
Verbuigingen: | identificeerde zich (verl.tijd ) heeft zich geïdentificeerd (volt.deelw.) |
officieel aantonen wie je bent -
prouver son identité Ik heb mijn paspoort bij me om me te identificeren bij de bank. - J'ai pris mon passeport pour prouver mon identité à la banque. |
[idɛntifiˈserə(n)] [vvt: heeft zich geïdentificeerd]1 ( zich legitimeren) officieel aantonen wie je bent - prouver son identité
`Ik heb mijn paspoort bij me om me te identificeren bij de bank.`
J'ai pris mon passeport pour prouver mon identité à la banque.
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
identificeren (ww.) | déterminer l'identité (ww.) ; identifier (ww.) |
het identificeren | la identification |
identificeren | authentifier ; marquer |
Bronnen: interglot; ICT-Woordenboek; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `identificeren`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: herkennenNL: identiteit vaststellenNL: vaststellenNL: vereenzelvigenNL: zich legitimeren