Vertalingen hoereren NL>FR
hoereren (ww.) | faire le trottoir (ww.) ; mener une vie de débauche (ww.) ; putasser (ww.) ; trottiner (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `hoereren`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: hoerenNL: tippelenNL: zich prostitueren