Vertalingen happig NL>FR
happig | affamé ; avide ; avidement ; désireux |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `happig`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: begerigNL: belustNL: gretigUitdrukkingen en gezegdes
NL: ik ben er niet
happig op
FR: je n'y tiens pas, ça ne me dit rien