fouilleren

Vertalingen fouilleren NL>FR

werkw.

Uitspraak:	[fuˈjer ə(n)]
Verbuigingen:	fouilleerde (verl.tijd ) heeft gefouilleerd (volt.deelw.)

iemands lijf aftasten om te kijken of hij of zij verboden dingen bij zich heeft - fouiller

Op het vliegveld werden we voor het instappen uitgebreid gefouilleerd. - Avant d'embarquer nous avons été méticuleusement fouillés à l'aéroport.

Overige bronnen

fouilleren (ww.)	fouiller (ww.) ; visiter (ww.)
het fouilleren	fouille (v)

Bron: interglot

Voorbeeldzinnen met `fouilleren`

Voorbeeldzinnen laden....

Synoniemen

NL: doorzoeken
NL: visiteren

Zojuist vertaald