Vertaal
Naar andere talen: • flamberen > DEflamberen > ENflamberen > ES
Vertalingen flamberen NL>FR

flamberen

werkw.
Uitspraak:  [flɑmˈberə(n)]
Verbuigingen:  flambeerde (verl.tijd ) heeft geflambeerd (volt.deelw.)

een gerecht met alcohol overgieten en die in brand steken - flamber
roomijs met geflambeerde ananas - crème glacée à l'ananas flambé

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
flamberen (ww.) flamber (ww.)
flamberen flambage ; flamber un moule
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.

Voorbeeldzinnen met `flamberen`
Voorbeeldzinnen laden....