Vertalingen flakkeren NL>FR
flakkeren (ww.) | flamber (ww.) ; jeter des flambes (ww.) ; osciller (ww.) ; trembloter (ww.) ; vaciller (ww.) |
flakkeren | briller |
Bronnen: interglot; Trueterm
Voorbeeldzinnen met `flakkeren`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: flikkerenNL: pinkelenNL: vlammen