Vertalingen fakkel NL>FR
fakkel
zelfst.naamw.
| Uitspraak: | [ˈfɑkəl] |
| Verbuigingen: | -s (meerv.) |
stok met aan het einde een brandbare stof -
flambeau (le ~) | een circusact met brandende fakkels - un numéro de cirque avec des flambeaux allumés |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| de fakkel | flambeau (m) ; torche (v) |
| fakkel | brûlot ; flamme pilote ; fusée éclairante ; fusée lumineuse ; torche |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `fakkel`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: flambouwNL: toorts