Vertalingen exposeren NL>FR
exposeren (ww.) | étaler (ww.) ; exhiber (ww.) ; exposer (ww.) ; faire étalage de (ww.) ; faire voir (ww.) ; manifester (ww.) ; montrer (ww.) ; présenter (ww.) ; révéler (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `exposeren`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: blootstellenNL: tentoonstellenNL: tonenNL: vertonenNL: voor ogen brengen