Vertalingen engel NL>FR
de engel
zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak: | [ˈɛŋəl] |
Verbuigingen: | -en (meerv.) |
1) geest uit de hemel die eruitziet als een mens met vleugels -
ange (le ~) een aartsengel - un archange |
een reddende engel (=iemand die je uit de nood redt) - une personne qui vous tend une main secourable / le bon Samaritain
|
2) iemand die heel lief en behulpzaam is -
ange (le ~) Heb je de hele afwas voor me gedaan? Je bent een engel! - Tu as fait toute la vaisselle à ma place? Tu es un ange! |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de engel (m) | ange (m) ; un vrai ange (m) ; une personne aimable (v) ; une personne gentille (v) |
de engel | angélique |
Bronnen: interglot; ICT-Woordenboek
Voorbeeldzinnen met `engel`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: hemelgeestNL: schatUitdrukkingen en gezegdes
NL: gevallen
engel
FR: ange déchu