Vertalingen engageren NL>FR
engageren (ww.) | convier (ww.) ; embaucher (ww.) ; engager (ww.) ; inviter (ww.) ; s'allier (ww.) ; s'engager avec (ww.) ; s'impliquer dans (ww.) ; s'unir (ww.) ; se confédérer (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `engageren`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aannemenNL: inviterenNL: uitnodigenNL: verbintenis aangaanNL: verloven