Vertalingen eigenmaken NL>FR
eigenmaken (ww.) | accoutumer (ww.) ; apprendre (ww.) ; habituer (ww.) ; s'accoutumer (ww.) ; s'adapter (ww.) ; s'habituer (ww.) ; se familiariser (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `eigenmaken`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aanwennenNL: gewend rakenNL: leren