Vertalingen doordringen NL>FR
doordringen (ww.) | atteindre (ww.) ; envahir (ww.) ; faire une invasion (ww.) ; pénétrer (ww.) ; percer (ww.) ; perforer (ww.) ; s'infiltrer (ww.) ; saturer (ww.) ; transpercer (ww.) |
doordringen | s'imposer |
Bronnen: interglot; Wikipedia; ICT-Woordenboek
Voorbeeldzinnen met `doordringen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aftrekselNL: bereikenNL: doen beseffenNL: doordrenkenNL: infusieNL: inprentenNL: penetrerenNL: penetreren inUitdrukkingen en gezegdes
NL: in een geheim
doordringen
FR: pénétrer un secret